Wandelen en genieten
Er werd mij gevraagd om iets over mijn hobby te schrijven. Zelf zie ik het wandelen niet alleen als hobby. Voor mij is het ook een manier om te genieten van de natuur en de buitenlucht.
Eerst iets over mijzelf. Ik ben geboren in Hoogeloon in 1947.
Op jonge leeftijd is mijn interesse in het wandelen in de natuur ontstaan. Wij moesten al op jonge leeftijd regelmatig mee naar de bossen om daar krutjes (dennenappels) te rapen en buntgras te snijden. Maar bij gebrek aan fietsen moest er altijd wel iemand te voet terug. Want de volle zakken namen mijn plaats in op de fiets in. Dus dan te voet terug van Halfmijl of de Oirschotse Heide.
In 1954 zijn wij naar Oerle verhuisd en in 1970 ben ik getrouwd met Rinie Raijmakers uit de Broekweg in Zeelst. Vanaf dat moment woon ik ook in Zeelst.
We kregen 2 kinderen en die hebben geweten dat wij van wandelen hielden. In die tijd zijn we er vaak te voet op uitgetrokken.
Toen onze kinderen de leeftijd hadden om niet meer vrijwillig mee te gaan, zijn wij pas echt langere tochten gaan maken. Na een week hard werken, werden vrijdagavond de wandelkaarten op tafel gelegd om twee tochten voor het weekend uit te stippelen. Zelfs nu zoek ik nog regelmatig tochten vanaf kaarten.
In de weekenden liepen Rinie en ik altijd twee routes die goed waren voor ongeveer 40 km. In die tijd waren de routes nog met wit/gele verf op de bomen gemarkeerd.
Na dit enkele jaren te hebben gedaan, kwam er een abrupt einde aan om gezondheidsredenen van Rinie. Maar gelukkig konden we na enkele jaren de wandelingen weer oppakken.
Nu lopen we weer gemiddeld 2 of 3 tochten per week van ongeveer 10 km. Zelf loop ik met een vriend iedere week nog een lange tocht. En eenmaal per maand 15 km om de Rustverstoorder en de ONS te bezorgen.
Ook onze vakanties en korte uitstapjes plannen wij altijd met de mogelijkheid om in de natuur te kunnen lopen. Enkele voorbeelden zijn Griekenland (een kloventocht op Kreta), Luxemburg, Kroatië en Portugal, waar nog enkele kurkeiken en eucalyptus bossen zijn. Hier woont onze dochter.
In Nederland gaan wij bij voorkeur naar Limburg (Geuldal) of naar Drenthe (Dwingerveld), met het grootste natte heidegebied van West Europa. Ook vaak naar Zeeland (Walcheren) met de natuur gebieden de Manteling en Oranjezon.
Tijdens mijn wandeling kan ik ook genieten van de vogels. Om iets meer van de vogels te weten, heb ik een cursus ‘vogels herkennen’ gedaan bij het IVN.
Maar ook in de nabije omgeving zijn er genoeg mogelijkheden om te wandelen. Bijvoorbeeld in de Leenderheide, de Strabrechtse heide, de Neterselse heide of de Cartierheide. Onze voorkeur gaat uit naar het buitengebied van Oirschot vooral de Mortelen. Hier lijkt het een reis terug in de tijd. Je dwaalt er door ouderwetse boerennatuur van voor de ruilverkaveling in de jaren ‘50/ ‘80. Daardoor komen in dit gebied nog verschillende orchideeën en bijzondere vogels voor, bijvoorbeeld de boomkruiper, de boomklever, de nachtegaal en enkele spechten soorten. Hier komt zelfs nog de zeldzame boomkikker voor.
Het is een lust om hier te wandelen en te genieten.
Ad Schoofs
Foto’s: Ad Schoofs